Jan Bommel

Simson in tweevoud

Samenvatting van de inhoud

Deze dissertatie, verdedigd op 3 december 2004, wil aannemelijk maken, dat het Simsonverhaal in de Hellenistische tijd is ontstaan, na het einde van de vierde eeuw voor Christus. Aan het Bijbelverhaal gingen seculiere volksverhalen vooraf over een naar de zon vernoemde held Simson. Deze verhalen vormden een uitlaatklep voor woede, vrees en frustratie van een onderdrukte groep mensen jegens hun onderdrukkers, "Filistijnen" genaamd. Een Bijbelschrijver, die één God, YHWH, vereerde, benutte deze verhalen om van de centrale figuur, Simson, een Richter van Israël en een Nazireeër (een aan God gewijde) te maken. Zowel uit de volksverhalen als uit het Bijbelverhaal blijkt een afkeer van steden, met name die aan de kust van de Middellandse Zee. De daar wonende bevolking werd in de Hellenistische tijd als "Filistijnen" aangeduid.

Hoewel Simson niet beoogde voor zijn volk te strijden, werd hij tot een middel in de hand van de God van Israël om de vijand ernstige schade toe te brengen. Zo paste het Bijbelverhaal, als monotheïstische aanvulling, in het henotheïstische boek van de oorlogen van YHWH, het boek Richteren (Rechters).

Direct bestellen

• Dr.Mr. J.P. Bommel, Meervlietstraat 37, 1981 BK Velsen-Zuid